Meten is weten! Aan de slag met het ontwikkelen van referentiematen

In de wereld om ons heen komen we veel in aanraking met meetgetallen. Denk maar eens aan artikelen in de supermarkt, een recept voor koken of bakken, maar ook aan de vele verzorgingsproducten in onze badkamer. Deze meetgetallen zijn betekenisvol en daarom is het belangrijk om er goed mee overweg te kunnen. Zeker met het oog op zelfredzaamheid in de maatschappij.

 Veel voorkomende moeilijkheden bij het domein meten:

Maar rekenen met maten blijft voor veel kinderen lastig en abstract. Bij het maken van contextsommen met meten worden t/m groep 8 ‘gekke’ antwoorden gegeven. Zo is de kerk op een plaatje 120 kilometer hoog, of de inhoud van een beker 25 liter. En durf jij jouw kinderen in de groep te vragen hoe zwaar ze denken dat je bent? Ik ging van topmodel (45 kg) naar zware obesitas (350 kg) en niemand zat echt in de buurt.

Kinderen die dit soort antwoorden geven hebben de referentiematen niet voldoende ontwikkeld. Zonder deze referentiematen kun je nooit controleren of een antwoord wel kan kloppen. Ontwikkelen van referentiematen wordt dan ook benoemd als cruciaal leermoment bij de leerlijn meten (Ale & van Schaik, 2017)

In traditionele rekenmethodes komen de meetlessen vaak verspreid door het jaar aan bod. Kinderen en leraren ervaren het aanbod dan vaak als fragmentarisch. Doelen worden ‘aangestipt’ en er wordt snel verwacht dat alle kinderen op formeel niveau kunnen gaan rekenen. Dit is niet het geval!

Werken aan begripsvorming en het ontwikkelen van referentiematen:

Het klinkt logisch: Door meetactiviteiten gedurende het hele jaar in praktische activiteiten te laten terugkomen, kunnen kinderen bij rekenen op formeel niveau terugvallen op de opgedane ervaringen (van der Velden & van Vliet, 2020). Toch zien we dit in de praktijk vooral terugkomen in de kleutergroepen. Daar is het standaard dat je kinderen aan een zand- of watertafel water ziet overgieten, of dat ze een toren bouwen hoger dan zichzelf. Spelen en leren gaan hier hand in hand. In de hogere groepen lijkt er in de rekenles vrijwel geen ruimte om kinderen met materialen echt iets te laten onderzoeken.

Maar hoe kun je er nu voor zorgen dat ook in hogere groepen er ruimte komt voor experimenteren en ervaren? En hoe oefen je de referentiematen door middel van spel? Hier een aantal praktische tips:

Koppel rekenen aan wereldoriëntatie of de keuzecursus:

Het domein meten is perfect te koppelen aan de thema’s van wereldoriëntatie of in te plannen als een keuzecursus. Vraag een aantal ouders om je te helpen en laat ze met een klein groepje meetactiviteiten uitvoeren: Naar de supermarkt voor het halen van de ingrediënten om daarna iets te koken of te bakken. Het inschenken van de koffie op een ouderavond (hoeveel hebben we dan nodig). Of start een moestuin rond de school. De zaaiingen moeten op de goede afstand in de moestuin komen. De geoogste producten worden eerst gewogen en daarna verkocht in de moestuinwinkel.

Experimenteren moet! Werk met rijke rekenvragen.

Wil je liever gewoon aan de slag in de groep? Hier beschrijf ik een voorbeeld van een les: Vraag aan alle kinderen om een weegschaal mee te nemen. De eerste rijke rekenvraag kan al zijn waarom al deze weegschalen er verschillend uitzien? Wat zouden we kunnen wegen met welke weegschaal? Daarna gaat iedereen aan de slag. We wegen alles wat los en vast zit. De leerkracht geeft geen opdrachten, maar stelt verdiepende vragen. In de evaluatie bespreken we wat we allemaal ontdekt hebben. Al deze ontdekkingen schrijven we op en hangen we in de klas. Deze ontdekkingen worden zo onze groeps-referentiematen.

 Speel het LDO-rekenen kaartspel bij het domein meten.

Met dit kaartspel leren de kinderen de belangrijkste referentiematen kennen van lengte, gewicht en inhoud. Het krijgen van inzicht is de basis bij elk domein van rekenen. Zo ook bij het domein meten. Er zijn in totaal 8 spellen te spelen met elk kaartspel en de spellen kunnen gespeeld worden in alle groepen van de basisschool. Speel met de hele klas, of in kleine groepjes. Gebruik de spellen tijdens de rekenles, of als tussendoortje (ook in te zetten als energizer).

Door deze praktische activiteiten worden de prestaties van de kinderen niet alleen beter. Rekenen wordt ook nog eens veel leuker! Veel plezier!

Eva van den Berg- rekenspecialist bij Kidslearning

Meer weten? Of met jouw team aan de slag met rekenen? Neem contact op: e.vandenberg@onlineklas.nu

Literatuur:
Ale, P. & Van Schaik, M., (2017). Rekenen-wiskunde & Didactiek, Bussum: Coutinho
Van der Velde, U. & Van Vliet, P. (2020). Aan de slag met Meten. Volgens Bartjens, jaargang 40(2), 4-8