Rekenen zonder methode op de basisschool (deel 2)

Instructie en verwerking:
Naast het individueel begeleiden wordt er ook instructie gegeven. Instructie kan gegeven worden door een medeleerling, die een leerdoel al beheerst, maar wordt ook twee keer per week door de leerkracht. Deze instructie wordt gegeven aan de hand van een lesdoel en is dus niet voor een vaste instructiegroep. Kinderen die uitleg willen over dit lesdoel doen mee met de instructie. Anderen, die misschien niet zelf voor instructie kiezen, worden door de leerkracht gestimuleerd om toch mee te doen.

Zoals al eerder genoemd maken we bij het geven van de instructie veel gebruik van de ‘vertaalcirkel’ (Borghouts, 2011/2012). Kinderen hebben een actieve rol bij het onderzoeken en het ‘vertalen’ van een context naar een bewerking. Deze werkwijze biedt mogelijkheden om op een hele creatieve manier bezig te zijn met het rekenprobleem (toneel, materiaal). Ook in de bovenbouw is het nog belangrijk om nieuwe onderwerpen handelend en beredenerend te ontdekken. We sluiten altijd aan bij de voorkennis van de kinderen (Janson, 2017) en maken van een instructie een open probleem waarin kinderen denkruimte krijgen en ruimte voor onderzoeken en ontdekken. Er wordt samengewerkt en samen gepraat over rekenen-wiskunde. Dit helpt om een wiskunde attitude te bevorderen (de Goeij & Oonk, 2017).

Natuurlijk worden, naast het leren van nieuwe rekenproblemen en strategieën, de doelen ook door de kinderen ingeoefend. Hier wordt er weer samen bepaald, aan welke doelen kinderen werken, maar ook op welke manier kinderen deze doelen oefenen. Wij noemen dit rekenen met je: hoofd, hart en handen, naar het gedachtegoed van pedagoog Pestalozzi, die pleitte voor een kindgerichte benadering (Beunk, 2014). Niet alle kinderen leren op dezelfde manier en het kiezen van een juiste leerstrategie vergroot de effectiviteit van het oefenen (Janson, 2017). Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van zelfontworpen opdrachten, spellen en ook werkbladen. Dit zorgt voor een levendig rekenaanbod. Het is van belang telkens een link te maken tussen de instructie, de doelen op de doelenposter en het verwerkingsmateriaal. Dit materiaal dient immers een doel (van Bree, 2017).

Kinderen kunnen zelfstandig aan de slag met het verwerkingsmateriaal. Zij kijken dit ook zelf, of samen na. De klas is zo ingericht dat kinderen overal zelf bij kunnen en weten welk materiaal bij welke doelen hoort. De leerkracht is hierin niet bepalend, maar echt begeleidend. Fouten maken moet!

Toekomst:
In 2016 besloten wij dat de methodiek van Denken in Doelen, niet alleen op Jenaplanschool de Kring moest blijven. We hadden het idee dat er meer scholen behoefte hadden aan een andere manier van werken en daarin onze begeleiding konden gebruiken. We hebben opnieuw kritisch naar de inhoud van de thema’s gekeken en een vormgever de posters laten vormgeven. We ontwikkelde een interactieve workshop, waarin we teams lieten kennis maken met de werkwijze van Denken in Doelen. Inmiddels werken veertien scholen in Nederland volgens onze methodiek. Een aantal van deze scholen wordt door ons begeleid bij het implementeren van deze werkwijze. Daar zijn we natuurlijk heel trots op, maar er kunnen nog veel meer scholen bij!

Wij zijn er van overtuigd dat deze manier van aanbieden van rekenonderwijs werkt. We hebben het zelf beleefd op onze Jenaplanschool, maar krijgen ook enthousiaste reacties terug van de scholen die ook werken met Denken in Doelen. Toch is het voor teams ook spannend om de methode los te laten. Deze methodiek vraagt om nader onderzoek. Waar ligt de kracht en waar zijn er valkuilen? Hoe kun je rekenstrategieën borgen als je vrij aan rekendoelen werkt? Welke vaardigheden, kennis en vakmanschap heeft een leerkracht nodig? Hoe past deze methodiek binnen het rekenonderwijs van nu en de toekomst?

Deze vragen hebben we de deelnemers aan de Panamaconferentie 2018 voorgelegd. Onze werkgroep werd bezocht door, ongeveer, 90 bezoekers. Allen met veel kennis en liefde voor het vak rekenen-wiskunde. We hebben mooie feedback ontvangen zoals: “Eigenaarschap weer terug aan leerlingen, uitermate motiverend voor leerkracht en leerlingen.” “Ook nog informeel, handelend in de hogere groepen.” Ook waren er kritische vragen en werkpunten: “Hoe zorg je dat leerkrachten niet elke keer het wiel moeten uitvinden?” Hoe realiseer je borging bij mobiliteit? “Zijn alle doelen echt 1S geformuleerd?Tijdens deze werkgroep zijn onze doelen zeker bereikt. We hebben genoeg input om Denken in Doelen verder te ontwikkelen. Want wij geloven: Rekenonderwijs kan echt anders! Als je loslaat, heb je twee handen vrij!

Meer weten? Check onze Facebookpagina

Tags: